THE SEVERN RECORDS SOUL REVIEW feat. TAD ROBINSON, DARREL NULISCH & ALEX SCHULTZ
FRIDAY, NOVEMBER 28 - THE BORDERLINE DIEST

website

reporter: witteMVS
photo
: Freddy
 
CONCERT REVIEW

Goede wijn behoeft geen kransen. En het was een premier cru die ons werd geserveerd deze vrijdag in de vernieuwde Borderline. De nieuwe inrichting en accommodatie ten behoeve van de concerten zijn zonder meer klasse. Het geluid kan perfect geregeld worden, niet in het minst door de strategische opstelling van de mixing panel, waardoor de huidige dienstdoende soundengineer Stany er als het ware ‘bovenop’ zit en puik werk kan afleveren.
 

 

The Severn Records Soul Review is een promotie-tour voor muzikanten van de ‘Severn-stal’, als ik me zo oneerbiedig mag uitdrukken, maar het is de meest benaderende omschrijving, en voor concertorganisatoren een unieke gelegenheid om de artiesten te zien optreden, met nagenoeg dezelfde muzikanten als waarmee hun respectieve CD’s werden opgenomen . Behalve dus onze gereputeerde blues/soul vocalisten Tad Robinson en Darrell Nulisch treden een aantal bekenden en vaste waarden aan als begeleidingsband. Alex Schultz op gitaar, Steve Gomes op bass, Rob Stupka op drums, Kevin Anker op keyboards, Frank Mitchum op tenor saxofoon en David Fenelly op trompet.

SEVERN RECORDS website
TAD ROBINSON website
DARREL NULISCH website
ALEX SCHULTZ website

Tad Robinson mag de eer op zich nemen om de eerste set vol te zingen. Deze sublieme soulzanger hebben we nog niet dikwijls mogen beleven in onze contrijen. Reden te meer dus om af te zakken naar onze stamkroeg en deze future-icon te gaan luisteren. Hij brengt ons een bloemlezing uit zijn laatste CD, en enkele nummers uit zijn vorige twee albums. Men kan moeilijk van hoogtepunten gewagen, want alle twaalf uitmuntend goed, maar als ik er toch een paar mag extra belichten, dan mag dat al meteen met het openingsnummer van de show en zijn CD “Long Way Home”, het samen met Steve Gomes geschreven “More Good Than Bad” en “Up and Down World”. Alle nummers zijn perfect gearrangeerd, en als de blazers in het begin niet helemaal tot zijn recht kwamen, was dat euvel bij het begin van de derde song al geschiedenis.

 

 

 

 

 

Ik hoef niet te vertellen dat Alex Schultz ons weer vergastte op enkele van zijn signatuur-solootjes, die zich dusdanig in ultieme eenvoud wentelen, dat het zeer moeilijk wordt om ze te imiteren. Tad kan ook nog aardig met de bluesharp overweg.
Tien op tien ook voor de ritmesectie Steve Gomes/Kevin Ankers/Rob Stupka en de Stax-rifjes van het blazersduo. Hij sloot zijn set af met “Suffering With the Blues” met de hulp van Darrell Nulisch op harmonica.

 

 

 

 

 

Darrell Nulisch had de ganse eerste set al samen met ons staan meegenieten. Het siert een groot artiest dat hij bewondering kan opbrengen voor andermans fijne kunst. ”There Goes That Train” zit in de kop van de set. Darrell is een meester in het bespelen van de gevoelige snaar, zoals ook Otis Redding dat kon in de langzamere nummers. Het zit hem in de stemintonaties. Prachtig gedaan was alweer “You Tore My Playhouse Down”, laidback, met slepende bass en de drums een tiende van een seconde achterop. Een kiekebich-like “After All” volgt op “Pretty Baby”. Hier steekt Alex een jazzy Wes-achtig gitaarsolootje in. Kort maar krachtig, alsof hij wil zeggen “I’m not the star here tonight, guys”. Hij mocht best wat minder bescheiden zijn. Darrell vervolgt met “Worried Dream” en “Love Attack”. In dit laatste nummer is hij een ware reïncarnatie van de grote Otis. Daarna was het tijd om Tad bij op het podium te halen voor een duet in regelrechte Sam & Dave-stijl met “Tryin’ Man”.

Darrell en Tad kwamen terug op het podium voor een ultiem bisnummer. “Little by Little I’m Losin’ You”. Hij mag dan wel een liefje verliezen, ons raakt hij nooit kwijt als fan. Twee grote blanke soulmannen met een zwarte stem. Van ’t beste dat we dit jaar gezien hebben, hoor ik links en rechts zeggen. Op gevaar af van appelen met peren te vergelijken, zou dit wel eens kunnen waarheid wezen.

 

 

 

 

 

 

 

 

witteMVS